Het was koud. Het zicht werd weggenomen door een dik laaghangend wolkendek. Rotterdam was in mist gehuld. Ik dwong mijzelf uit bed. Hardloop kleren aan. Die van Aidan had ik al bij zijn bed gelegd. Een woeste haardos kwam van onder de dekens vandaan. Als snel maakt de slaap plaats voor sportiviteit. We togen naar de Atletiekclub in het Kralingsebos. Aidan was sinds de kerstdagen niet meer geweest, en ik had ook niet echt kans gezien om te lopen. Ik liet hem bibberend achter bij de trainsters zodat ik zelf mijn rondje kon doen. De kou greep om mij heen. De mist om mij en de wereld waarin ik liep. Een steiger verdween in het niets. Een reiger zat stil in een rietkraag. Geen mens te zien. Een schim van een bootje op de plas. Ik vergat de kou. Ik vergat de tijd. En voor ik het wist had ik er 6km op zitten. De plas rond en nog een stukje. Het ging niet super maar het ging. En ik deed het weer. Toen ik terug was op de club zag ik de schimmen sporten in de mist. Aidan kon ik net zien. En hij ging hard. Hij liep de benen uit zijn lijf. Een laatste rondje viel hem zwaar. Lopen en rennen door elkaar. De trainster zei iets tegen hem. En hij sprinten het laatste stuk. Er zat nog een berg energie in. De kou was verdwenen. Een roze blos op zijn wangen. En een lach van oor tot oor.
zondag 7 februari 2010
blog comments powered by Disqus
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)