dinsdag 11 juli 2006

Metro 5

Mijn trouwe stalen ros heeft een lekke band. En aangezien ik een hekel heb aan het rommelen met fietsen, is deze weggebracht naar de fietsenmaker. Ik hou altijd onderdelen over als ik het zelf doe en dat is voor een fiets niet echt optimaal. Dus vandaag, op de eerste werkdag na de vakantie, neem ik maar weer eens de metro. Het is er warm. Ondanks het herhaaldelijk openen van deuren en het tochten door ramen, bleef er een warme wolk hangen in het rijtuig. Ik heb er zin in. Sik afgeschoren. Zomerse outfit. Paul Oakenfold op de oren en op weg naar mijn werk. De metro zit vol met forensen zoals dat zo mooi heet. Schaars geklede forensen. Op de enkele mongool die een te dikke jas draagt. Zitten er over het algemeen halfnaakte vrouwen in de metro. Dunne zomerjurkjes. Korte t-shirtjes en nog kortere rokjes. Het is moeilijk de ogen gericht te houden op de voorbij flitsende buitenwereld en niet op al deze verleiding. Bovengronds lukt dit nog aardig. Maar ondergrond reflecteren de ramen de naaktheid dubbel. Tussen al deze vrouwelijke bekoorlijkheden zat ze. Donkerblond met een beetje wilde krullen. Even in de twintig. Een paar ranke benen gestoken in een paar touwtjes als schoenen en bovenaan pas heel laat verdwijnend in een flinterdun zomerjurkje. Twee lichtblauwe ogen geconcentreerd in een boek. Lippen half geopend en tepel boven de rand uitkijkend. Ehhh... ja. Hoe kan ik dat nou anders omschrijven. Ik doe geen moeite om dit plaatje te verzinnen en ik bedenk het echt niet zelf. Het jurkje was flinterdun, en haar borsten lieten zich niet palmen door de dunne stof. Net over het randje van de jurk stak een mooie ronde tepel nieuwsgierig naar buiten. Ik kijk rond of ik de enige ben die dit mag aanschouwen. De warmte werpt alleen maar norse en ongeintereseerde blikken terug. Ik ben blijkbaar de enige die deze waargeworden fantasy mag aanschouwen. Beurs komt in zicht en ik baal ervan dat ik niet tot het eindpunt moet. Als ik uitstap, blijft zij zitten. Maar vlak voor ik mij klaar maak op de rest van de reis enigzinds opgewonden te aanvaarden treft haar blik de mijne. Ik kijk onverschillig weg, maar net niet snel genoeg om haar glimlach te zien terwijl ze haar kleding recht trekt. Ze moet geweten hebben dat ze door mij bekeken is en wat mijn ogen hebben mogen aanschouwen. Een ondeugende glimlach aan het begin van mijn dag. Wat kan een korte reis soms een klein avontuur zijn.

blog comments powered by Disqus