Deze ochtend stond ik weer in de metro. Het had een beetje gesneeuwd maar het bleef niet echt liggen dus overal wit en natte sneeuw. De zon laat haar oranje ochtend licht schijnen maar is net niet warm genoeg om de winter te verjagen. Maar ondanks de kou, het nat en de ochtend is er een aanzet voor een mooie dag. In mijzelf gekeerd stap ik in de metro. Ik leun tegen de wand vlak bij twee meisjes van ongeveer 14 of 15. Je weet het tegenwoordig niet meer aangezien het merendeel er uit ziet of ze net terug zijn van een nachtje bijverdiensten. Ze stralen een zeurderige bui uit. “kut, al die sneeuw. Duurt al bijna een maand” zegt de ene die er uit ziet als een klein nat hondje. “Ja, weer naar die rot les. Ik heb tussen uur. Moet ik een half uur niks doen.Ga dan denk ik maar naar huis.” Zegt het andere meisje terug die de uitstraling heeft van een verkeerd geborstelde jas. “Ik moet stage lopen, wel leuk. Alleen de laatste dag valt in mijn vakantie. Nou dan zoeken ze maar een ander” blaft het hondje weer. “Ja. En die trut van wiskunde mag me niet, moet ik weer een test doen.” Klaagt de jas. En zo gaat dat door. Een hoop ellende op de schouders van twee tutjes die de rest om zich heen niet schijnen te volgen. Eerlijk gezegd stond ik op het punt ze in hun nekvel te grijpen en ze de metro uit te zetten. Helaas kan dat niet. Helaas kun je dat soort zieltjes niet aan een of andere neger geven die ze een jaartje onderdak geeft in Dafoer of zo. Een jaartje honger en ellende. Een jaartje geen metro, school, haarlak, sms en jeugdpuistjes. Maar gewoon een jaartje burgeroorlog zonder tussenuren. Geen ouders. En aanpakken om te overleven. Zou goed voor ze zijn. Niet dat ik nou opeens de oude wijze lul wil uithangen, maar soms vraag ik me af of het nog wel in verhouding is. Of alles nog wel klopt. Laatst keek ik naar een of ander consumenten programma op tv en daar zaten een paar kids te meuken over het feit dat hun PSP (spelcomputer) enkele dode pixels had. Terwijl er vlak voor en goede doel spot te zien was over twee arme kinderen in een of ander donker land die dode ouders hadden. Het gaat nergens meer over. Ik rits mijn jas dicht en trek mijn muts over mijn oren. Ver genoeg om het gekakel van de natte hond en de geborstelde jas tot de buiten wereld te verbannen. Op een dag zal het wel anders zijn. Op een dag wordt het beter. En mijn kind zal niet zo zijn. Die zal de wereld met beide handen omvatten. Of is dat wat onze ouders zich ook afvroegen.
vrijdag 3 maart 2006
blog comments powered by Disqus
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)